Woordenlijst
Kannada – Werkwoorden oefenen
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
bereiden
Ze bereidt een taart.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
wachten
We moeten nog een maand wachten.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.