Woordenlijst
Zweeds – Werkwoorden oefenen
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/88597759.jpg)
drukken
Hij drukt op de knop.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/100649547.jpg)
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/77738043.jpg)
beginnen
De soldaten beginnen.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/56994174.jpg)
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/109766229.jpg)
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/81740345.jpg)
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/80060417.jpg)
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/115224969.jpg)
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/93221279.jpg)
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/65915168.jpg)
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/122010524.jpg)
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/124458146.jpg)