Testen 1



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Apr 18, 2024

0/10

Klik op een woord
1. ik en jij
jo tu   See hint
2. een, twee, drie
U, , tres   See hint
3. Het kind houdt van chocolademelk en appelsap.
Al / A la nena li agrada el cacau i el suc de poma.   See hint
4. De afwas is vuil.
La vaixella bruta.   See hint
5. Ik wil graag naar de luchthaven.
M'agradaria anar l'aeroport.   See hint
6. Houd je van varkensvlees?
T'agrada porc?   See hint
7. Waar is de bushalte?
On és parada de l'autobús?   See hint
8. Waar is het kasteel?
On el castell?   See hint
9. Neem zonnecrême mee.
Emporta’t crema ,   See hint
10. Ik heb een boormachine en een schroevendraaier nodig.
un trepant i un tornavís.   See hint