Testen 1



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sun Oct 01, 2023

0/10

Klik op een woord
1. ik en jij
yo y   See hint
2. een, twee, drie
, dos, tres   See hint
3. Het kind houdt van chocolademelk en appelsap.
niño / A la niña le gustan el cacao y el zumo de manzana   See hint
4. De afwas is vuil.
La vajilla sucia   See hint
5. Ik wil graag naar de luchthaven.
gustaría ir al aeropuerto   See hint
6. Houd je van varkensvlees?
¿Te la carne de cerdo?   See hint
7. Waar is de bushalte?
¿Dónde está la parada autobús?   See hint
8. Waar is het kasteel?
¿Dónde está el ,   See hint
9. Neem zonnecrême mee.
Lleva crema contigo   See hint
10. Ik heb een boormachine en een schroevendraaier nodig.
necesito un taladro y un destornillador   See hint