Testen 1



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sat Oct 12, 2024

0/10

Klik op een woord
1. een
2. ik en jij
jaz ti   See hint
3. een, twee, drie
ena, , tri   See hint
4. Het kind houdt van chocolademelk en appelsap.
Otroci imajo kakav in jabolčni sok.   See hint
5. De afwas is vuil.
Posoda umazana.   See hint
6. Ik wil graag naar de luchthaven.
Rad šel / Rada šla na letališče.   See hint
7. Houd je van varkensvlees?
Bi rad(a) ,   See hint
8. Waar is de bushalte?
Kje je postaja?   See hint
9. Waar is het kasteel?
Kje grad?   See hint
10. Neem zonnecrême mee.
Vzemi s kremo za sončenje.   See hint