‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
ในเช้าวัน
ฉันรู้สึกเครียดในการทำงานในเช้าวัน
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
อีกครั้ง
พวกเขาเจอกันอีกครั้ง
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
ลง
เขาตกลงมาจากด้านบน
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
ตัวอย่างเช่น
คุณชอบสีนี้เป็นตัวอย่างเช่นไหน?