Woordeskat
Leer Werkwoorde – Nederlands
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/97593982.jpg)
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
voorberei
’n Heerlike ontbyt is voorberei!
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/59552358.jpg)
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
bestuur
Wie bestuur die geld in jou gesin?
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/73649332.jpg)
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
skree
As jy gehoor wil word, moet jy jou boodskap hard skree.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/62175833.jpg)
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
ontdek
Die seemanne het ’n nuwe land ontdek.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/128782889.jpg)
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
verbaas
Sy was verbaas toe sy die nuus ontvang het.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/96571673.jpg)
schilderen
Hij schildert de muur wit.
verf
Hy verf die muur wit.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/61162540.jpg)
activeren
De rook activeerde het alarm.
aktiveer
Die rook het die alarm geaktiveer.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/94312776.jpg)
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
weggee
Sy gee haar hart weg.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/131098316.jpg)
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
trou
Minderjariges mag nie trou nie.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/85677113.jpg)
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
gebruik
Sy gebruik daagliks skoonheidsprodukte.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/118588204.jpg)
wachten
Ze wacht op de bus.
wag
Sy wag vir die bus.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/104302586.jpg)