Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
voljeti
Ona jako voli svoju mačku.
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
graditi
Kada je izgrađen Veliki kineski zid?
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
objaviti
Oglasi se često objavljuju u novinama.
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
ležati nasuprot
Tamo je dvorac - leži upravo nasuprot!
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
uzrokovati
Alkohol može uzrokovati glavobolje.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
postojati
Dinosaurusi danas više ne postoje.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
proći pored
Dvoje prolaze jedno pored drugog.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
pisati
Prošle sedmice mi je pisao.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
navratiti
Ljekari svakodnevno navraćaju pacijentu.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
oporezivati
Tvrtke se oporezuju na različite načine.
blind worden
De man met de badges is blind geworden.
oslijepiti
Čovjek s bedževima je oslijepio.
rennen
De atleet rent.
trčati
Sportista trči.