Vocabulary

Learn Adjectives – Dutch

vorig
het vorige verhaal
previous
the previous story
geopend
de geopende doos
opened
the opened box
rijp
rijpe pompoenen
ripe
ripe pumpkins
nucleair
de nucleaire explosie
nuclear
the nuclear explosion
verkwikkend
een verkwikkende vakantie
relaxing
a relaxing holiday
veel
veel kapitaal
much
much capital
seksueel
seksuele lust
sexual
sexual lust
bitter
bittere grapefruits
bitter
bitter grapefruits
piepklein
piepkleine kiemen
tiny
tiny seedlings
lekker
een lekkere pizza
delicious
a delicious pizza
protestants
de protestantse priester
Protestant
the Protestant priest
paars
de paarse bloem
violet
the violet flower