weggeven
Ze geeft haar hart weg.
donare
Lei dona il suo cuore.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
protestare
Le persone protestano contro l’ingiustizia.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
contenere
Pesce, formaggio e latte contengono molte proteine.
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
finire
Come siamo finiti in questa situazione?