Woordenlijst
Marathi – Bijwoordenoefening
bijna
Ik raakte bijna!
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
bijna
Het is bijna middernacht.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
eerst
Veiligheid komt eerst.
in
Ze springen in het water.
half
Het glas is half leeg.