Woordenlijst
Grieks – Bijwoordenoefening
te veel
Het werk wordt me te veel.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
veel
Ik lees inderdaad veel.
in
De twee komen binnen.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
daar
Het doel is daar.
nooit
Men moet nooit opgeven.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.