Woordenlijst

Grieks – Bijwoordenoefening

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
gratis
Zonne-energie is gratis.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
nu
Moet ik hem nu bellen?
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
te veel
Het werk wordt me te veel.
buiten
We eten vandaag buiten.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.