Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

propustiti
Čovjek je propustio svoj vlak.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
platiti
Ona plaća online kreditnom karticom.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
štedjeti
Djevojčica štedi džeparac.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
predstavljati
Advokati predstavljaju svoje klijente na sudu.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
održati se
Sprovod se održao prekjučer.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
razmišljati
Uvijek mora razmišljati o njemu.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
početi
Novi život počinje brakom.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
spomenuti
Koliko puta moram spomenuti ovu raspravu?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
hraniti
Djeca hrane konja.
voeden
De kinderen voeden het paard.
povećati
Populacija se znatno povećala.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
utjecati
Ne dajte da vas drugi utječu!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
krenuti
Kada se svjetlo promijenilo, automobili su krenuli.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.