Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

ostaviti bez riječi
Iznenadi je ostavila bez riječi.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
izlaziti
Djevojke vole izlaziti zajedno.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
snijegiti
Danas je puno snijegilo.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
udariti
Roditelji ne bi trebali udarati svoju djecu.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
preskočiti
Sportaš mora preskočiti prepreku.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
zapovijedati
On zapovijeda svom psu.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
zvoniti
Zvono zvoni svaki dan.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
primiti
U starosti prima dobru mirovinu.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
pobjeći
Naša mačka je pobjegla.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
uzrokovati
Previše ljudi brzo uzrokuje kaos.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
proći
Studenti su prošli ispit.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
preferirati
Naša kći ne čita knjige; preferira svoj telefon.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.