remove
The excavator is removing the soil.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
run out
She runs out with the new shoes.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
log in
You have to log in with your password.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
want to go out
The child wants to go outside.
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.