Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/118008920.webp
start
School is just starting for the kids.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
cms/verbs-webp/80325151.webp
complete
They have completed the difficult task.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/85010406.webp
jump over
The athlete must jump over the obstacle.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/119302514.webp
call
The girl is calling her friend.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
cms/verbs-webp/120686188.webp
study
The girls like to study together.
studeren
De meisjes studeren graag samen.
cms/verbs-webp/122224023.webp
set back
Soon we’ll have to set the clock back again.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
cms/verbs-webp/118485571.webp
do for
They want to do something for their health.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
cms/verbs-webp/53646818.webp
let in
It was snowing outside and we let them in.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/33493362.webp
call back
Please call me back tomorrow.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
cms/verbs-webp/112970425.webp
get upset
She gets upset because he always snores.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/49853662.webp
write all over
The artists have written all over the entire wall.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
cms/verbs-webp/122638846.webp
leave speechless
The surprise leaves her speechless.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.