Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

marry
Minors are not allowed to be married.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
report
She reports the scandal to her friend.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
send
I sent you a message.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
walk
He likes to walk in the forest.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
repeat
My parrot can repeat my name.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
forget
She doesn’t want to forget the past.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
ride
Kids like to ride bikes or scooters.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
travel
We like to travel through Europe.
reizen
We reizen graag door Europa.
practice
The woman practices yoga.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
miss
He missed the chance for a goal.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
produce
We produce our own honey.
produceren
We produceren onze eigen honing.
turn
You may turn left.
draaien
Je mag naar links draaien.