Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/86064675.webp
tlačit
Auto se zastavilo a muselo být tlačeno.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/78073084.webp
lehnout si
Byli unavení a lehli si.
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
cms/verbs-webp/75423712.webp
změnit
Semafor změnil na zelenou.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/102114991.webp
stříhat
Kadeřník ji stříhá.
knippen
De kapper knipt haar haar.
cms/verbs-webp/32796938.webp
odeslat
Chce teď dopis odeslat.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
cms/verbs-webp/90309445.webp
konat se
Pohřeb se konal předevčírem.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/100011426.webp
ovlivnit
Nenechte se ovlivnit ostatními!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/118011740.webp
stavět
Děti staví vysokou věž.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/121670222.webp
následovat
Kuřátka vždy následují svou matku.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/61280800.webp
omezit se
Nemohu utratit příliš mnoho peněz; musím se omezit.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
cms/verbs-webp/73880931.webp
čistit
Dělník čistí okno.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/22225381.webp
odplout
Loď odplouvá z přístavu.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.