aprobar
Los estudiantes aprobaron el examen.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
presentar
Él está presentando a su nueva novia a sus padres.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
pensar fuera de la caja
Para tener éxito, a veces tienes que pensar fuera de la caja.
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
conectar
Este puente conecta dos barrios.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.