gå vidare
Du kan ikkje gå vidare herifrå.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
spare
Jenta sparar lommepengane sine.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
vakne
Han har nettopp vakna.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
innehalde
Fisk, ost, og mjølk inneheld mykje protein.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.