Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
napodobit
Dítě napodobuje letadlo.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
vystavovat
Zde je vystavováno moderní umění.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
lhát
Někdy člověk musí lhát v nouzové situaci.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
volat
Můj učitel mě často volá.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
hledat
Policie hledá pachatele.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
zacházet
S problémy se musí zacházet.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
odpovědět
Student odpovídá na otázku.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
vycházet
Ukončete svůj boj a konečně si vycházejte!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
studovat
Na mé univerzitě studuje mnoho žen.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
kopnout
V bojových uměních musíte umět dobře kopnout.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
postavit
Kdy byla postavena Velká čínská zeď?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?