skriet pretī
Meitene skrien pretī saviem mātei.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
vienkāršot
Jums jāvienkāršo sarežģītas lietas bērniem.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
spērt
Esiet uzmanīgi, zirgs var spērt!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
spērt
Viņiem patīk spērt, bet tikai galda futbolā.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.