Woordenlijst
Grieks – Bijwoordenoefening
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
al
Hij slaapt al.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
buiten
We eten vandaag buiten.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
in
De twee komen binnen.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
nooit
Men moet nooit opgeven.