Woordenlijst

Leer werkwoorden – Arabisch

يجب الانتباه
يجب الانتباه إلى علامات الطريق.
yajib aliantibah
yajib aliantibah ‘iilaa ealamat altariqi.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
تحدث
من يعلم شيئًا يمكنه التحدث في الفصل.
tahadath
man yaelam shyyan yumkinuh altahaduth fi alfasli.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
يجلب
يجلب الرسول حزمة.
yajlib
yajlib alrasul huzmatan.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
يستدعي
معلمتي تستدعيني كثيرًا.
yastadei
muealimati tastadeini kthyran.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
أصبح أصدقاء
أصبح الاثنان أصدقاء.
‘asbah ‘asdiqa‘
‘asbah aliathnan ‘asdiqa‘a.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
يناقشون
يناقشون خططهم.
yunaqishun
yunaqishun khutatahum.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
يسبب
الكثير من الناس يسببون الفوضى بسرعة.
yusabib
alkathir min alnaas yusabibun alfawdaa bisureatin.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
زادت
زادت الشركة إيراداتها.
zadat
zadat alsharikat ‘iiradatha.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
رن
من الذي رن الجرس الباب؟
rana
man aladhi ran aljars albaba?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
تتحمل
هي بالكاد تستطيع تحمل الألم!
tatahamal
hi bialkad tastatie tahamul al‘almi!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
أعطت
ماذا أعطاها حبيبها في عيد ميلادها؟
‘aetat
madha ‘aetaha habibuha fi eid miladiha?
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
جرأوا
جرأوا على القفز من الطائرة.
jara‘uu
jara‘uu ealaa alqafz min altaayirati.
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.