Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

trepitjar
No puc trepitjar a terra amb aquest peu.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
protegir
Un casc està destinat a protegir contra accidents.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
abraçar
Ell abraça el seu vell pare.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
taxar
Les empreses són taxades de diverses maneres.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
enviar
Et vaig enviar un missatge.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
marcar
Ella va agafar el telèfon i va marcar el número.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
deixar entrar
Mai s’hauria de deixar entrar a estranys.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
lliurar
El repartidor de pizzes lliura la pizza.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
dirigir
El senderista més experimentat sempre dirigeix.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
trobar allotjament
Vam trobar allotjament en un hotel barat.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
enviar
Aquesta empresa envia productes arreu del món.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
mencionar
Quantas vegades he de mencionar aquest argument?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?