Woordenlijst

переворачивать

Она переворачивает мясо.

perevorachivat‘

Ona perevorachivayet myaso.

draaien

Ze draait het vlees.

писать

Дети учатся писать.

pisat‘

Deti uchatsya pisat‘.

spellen

De kinderen leren spellen.

ослепнуть

Человек с значками ослеп.

oslepnut‘

Chelovek s znachkami oslep.

blind worden

De man met de badges is blind geworden.

следовать

Моя собака следует за мной, когда я бегаю.

sledovat‘

Moya sobaka sleduyet za mnoy, kogda ya begayu.

volgen

Mijn hond volgt me als ik jog.

предоставлять

Лежаки предоставляются отдыхающим.

predostavlyat‘

Lezhaki predostavlyayutsya otdykhayushchim.

voorzien

Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

целовать

Он целует ребенка.

tselovat‘

On tseluyet rebenka.

kussen

Hij kust de baby.

устанавливать

Вы должны установить часы.

ustanavlivat‘

Vy dolzhny ustanovit‘ chasy.

instellen

Je moet de klok instellen.

смотреть друг на друга

Они смотрели друг на друга долгое время.

smotret‘ drug na druga

Oni smotreli drug na druga dolgoye vremya.

elkaar aankijken

Ze keken elkaar lang aan.

выигрывать

Он пытается выиграть в шахматах.

vyigryvat‘

On pytayetsya vyigrat‘ v shakhmatakh.

winnen

Hij probeert te winnen met schaken.

убирать

Она убирает на кухне.

ubirat‘

Ona ubirayet na kukhne.

schoonmaken

Ze maakt de keuken schoon.

выбирать

Трудно выбрать правильного.

vybirat‘

Trudno vybrat‘ pravil‘nogo.

kiezen

Het is moeilijk om de juiste te kiezen.

забыть

Она теперь забыла его имя.

zabyt‘

Ona teper‘ zabyla yego imya.

vergeten

Ze is nu zijn naam vergeten.