Woordenlijst
Tamil – Werkwoorden oefenen
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.