Woordenlijst
Macedonisch – Werkwoorden oefenen
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.