Taalgids

nl Afspraak   »   ta நியமனம்

24 [vierentwintig]

Afspraak

Afspraak

24 [இருபத்து நான்கு]

24 [Irupattu nāṉku]

நியமனம்

[niyamaṉam]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Tamil Geluid meer
Heb je de bus gemist? ந---ன்ன---ய--ேர-ந----தவற-வ----ு --ட--ாயா? ந- உன-ன-ட-ய ப-ர-ந-த- தவற வ-ட-ட- வ-ட-ட-ய-? ந- உ-்-ு-ை- ப-ர-ந-த- த-ற வ-ட-ட- வ-ட-ட-ய-? ----------------------------------------- நீ உன்னுடைய பேருந்தை தவற விட்டு விட்டாயா? 0
n----ṉuṭa--a-pēru-ta---ava-a viṭ-----ṭṭ-yā? nī uṉṉuṭaiya pēruntai tavaṟa viṭṭu viṭṭāyā? n- u-ṉ-ṭ-i-a p-r-n-a- t-v-ṟ- v-ṭ-u v-ṭ-ā-ā- ------------------------------------------- nī uṉṉuṭaiya pēruntai tavaṟa viṭṭu viṭṭāyā?
Ik heb een half uur op je gewacht. ந-ன-------ாக ----ணி-ேரம் காத----்க-ண்-------்--ன். ந-ன- உனக-க-க அர-மண-ந-ரம- க-த-த-க-க-ண-ட- இர-ந-த-ன-. ந-ன- உ-க-க-க அ-ை-ண-ந-ர-் க-த-த-க-க-ண-ட- இ-ு-்-ே-்- -------------------------------------------------- நான் உனக்காக அரைமணிநேரம் காத்துக்கொண்டு இருந்தேன். 0
N-ṉ--------- ar-i----nēr-- --t--kk--ṭu -r-nt--. Nāṉ uṉakkāka araimaṇinēram kāttukkoṇṭu iruntēṉ. N-ṉ u-a-k-k- a-a-m-ṇ-n-r-m k-t-u-k-ṇ-u i-u-t-ṉ- ----------------------------------------------- Nāṉ uṉakkāka araimaṇinēram kāttukkoṇṭu iruntēṉ.
Heb je geen mobiele telefoon bij je? ஏன-,--்-ச-- -ை-்-ேசி-/மொ-ைல்ப-----ல்லையா? ஏன-,உன-வசம- க-ப-ப-ச- /ம-ப-ல-ப-ன- இல-ல-ய-? ஏ-்-உ-்-ச-் க-ப-ப-ச- /-ொ-ை-்-ோ-் இ-்-ை-ா- ----------------------------------------- ஏன்,உன்வசம் கைப்பேசி /மொபைல்போன் இல்லையா? 0
Ēṉ-u-v-cam ka-p-ēc-/-op-ilp-ṉ -l-ai--? Ēṉ,uṉvacam kaippēci/mopailpōṉ illaiyā? Ē-,-ṉ-a-a- k-i-p-c-/-o-a-l-ō- i-l-i-ā- -------------------------------------- Ēṉ,uṉvacam kaippēci/mopailpōṉ illaiyā?
Wees volgende keer op tijd! அட-த்--த-வை -ே-ம---வ-ா-ே. அட-த-த தடவ- ந-ரம- தவற-த-. அ-ு-்- த-வ- ந-ர-் த-ற-த-. ------------------------- அடுத்த தடவை நேரம் தவறாதே. 0
A--tt- ta-avai-n--a---a-aṟā-ē. Aṭutta taṭavai nēram tavaṟātē. A-u-t- t-ṭ-v-i n-r-m t-v-ṟ-t-. ------------------------------ Aṭutta taṭavai nēram tavaṟātē.
Neem de volgende keer een taxi! அ-ுத்த--டவை----்--யி---வ---ு---ு அட-த-த தடவ- ட-க-ஸ-ய-ல- வந-த-வ-ட- அ-ு-்- த-வ- ட-க-ஸ-ய-ல- வ-்-ு-ி-ு -------------------------------- அடுத்த தடவை டாக்ஸியில் வந்துவிடு 0
Aṭ-tt---a-a----ṭ-k----l v----viṭu Aṭutta taṭavai ṭāksiyil vantuviṭu A-u-t- t-ṭ-v-i ṭ-k-i-i- v-n-u-i-u --------------------------------- Aṭutta taṭavai ṭāksiyil vantuviṭu
Neem de volgende keer een paraplu mee! அட-த்------ -ுட- எடுத----------ு---. அட-த-த தடவ- க-ட- எட-த-த-க-க-ண-ட- வ-. அ-ு-்- த-வ- க-ட- எ-ு-்-ு-்-ொ-்-ு வ-. ------------------------------------ அடுத்த தடவை குடை எடுத்துக்கொண்டு வா. 0
a-u-t-----a-ai-----i -ṭu--u-koṇ----ā. aṭutta taṭavai kuṭai eṭuttukkoṇṭu vā. a-u-t- t-ṭ-v-i k-ṭ-i e-u-t-k-o-ṭ- v-. ------------------------------------- aṭutta taṭavai kuṭai eṭuttukkoṇṭu vā.
Morgen ben ik vrij. எனக்கு-ந-----ி-ு---ை. எனக-க- ந-ள- வ-ட-ம-ற-. எ-க-க- ந-ள- வ-ட-ம-ற-. --------------------- எனக்கு நாளை விடுமுறை. 0
E-akku-nā----viṭ-mu--i. Eṉakku nāḷai viṭumuṟai. E-a-k- n-ḷ-i v-ṭ-m-ṟ-i- ----------------------- Eṉakku nāḷai viṭumuṟai.
Zullen we morgen afspreken? ந--் -ா-ை சந்திப-போ-ா? ந-ம- ந-ள- சந-த-ப-ப-ம-? ந-ம- ந-ள- ச-்-ி-்-ோ-ா- ---------------------- நாம் நாளை சந்திப்போமா? 0
N-m-----i --nt--p-m-? Nām nāḷai cantippōmā? N-m n-ḷ-i c-n-i-p-m-? --------------------- Nām nāḷai cantippōmā?
Het spijt me, maar morgen lukt me niet. மன்னிக---ும--என-னால்--ா-ை-வர-இ--ாத-. மன-ன-க-கவ-ம-.என-ன-ல- ந-ள- வர இயல-த-. ம-்-ி-்-வ-ம-.-ன-ன-ல- ந-ள- வ- இ-ல-த-. ------------------------------------ மன்னிக்கவும்.என்னால் நாளை வர இயலாது. 0
M-ṉṉik--vu-.---āl --ḷ-i-v-ra-iya--tu. Maṉṉikkavum.Eṉṉāl nāḷai vara iyalātu. M-ṉ-i-k-v-m-E-ṉ-l n-ḷ-i v-r- i-a-ā-u- ------------------------------------- Maṉṉikkavum.Eṉṉāl nāḷai vara iyalātu.
Heb je al plannen voor dit weekend? நீங்கள்--ந்த -ாரஇற-த----ு -----வ- திட்--் -து------்--ருக்க-ற-ர்களா? ந-ங-கள- இந-த வ-ரஇற-த-க-க- ஏற-கனவ- த-ட-டம- ஏத-ம- வ-த-த-ர-க-க-ற-ர-கள-? ந-ங-க-் இ-்- வ-ர-ற-த-க-க- ஏ-்-ன-ே த-ட-ட-் ஏ-ு-் வ-த-த-ர-க-க-ற-ர-க-ா- -------------------------------------------------------------------- நீங்கள் இந்த வாரஇறுதிக்கு ஏற்கனவே திட்டம் ஏதும் வைத்திருக்கிறீர்களா? 0
Nīṅ----in-- v-r-'-ṟ--i--u -----avē--iṭṭa- --um-vai-ti--k---īrk--ā? Nīṅkaḷ inta vāra'iṟutikku ēṟkaṉavē tiṭṭam ētum vaittirukkiṟīrkaḷā? N-ṅ-a- i-t- v-r-'-ṟ-t-k-u ē-k-ṉ-v- t-ṭ-a- ē-u- v-i-t-r-k-i-ī-k-ḷ-? ------------------------------------------------------------------ Nīṅkaḷ inta vāra'iṟutikku ēṟkaṉavē tiṭṭam ētum vaittirukkiṟīrkaḷā?
Of heb je al iets afgesproken? அ----ு -ன--கு----க-வ-----ு-யாரைய-னும் -------- --ண---இ--க-க-றதா? அல-லத- உனக-க- ஏற-கனவ- வ-ற- ய-ர-ய-ன-ம- சந-த-க-க வ-ண-ட-இர-க-க-றத-? அ-்-த- உ-க-க- ஏ-்-ன-ே வ-ற- ய-ர-ய-ன-ம- ச-்-ி-்- வ-ண-ட-இ-ு-்-ி-த-? ---------------------------------------------------------------- அல்லது உனக்கு ஏற்கனவே வேறு யாரையேனும் சந்திக்க வேண்டிஇருக்கிறதா? 0
A-l-t- uṉa-------aṉ-vē v--u y-ra-yē-u----n-ikk--vē-ṭ--i---k--a-ā? Allatu uṉakku ēṟkaṉavē vēṟu yāraiyēṉum cantikka vēṇṭi'irukkiṟatā? A-l-t- u-a-k- ē-k-ṉ-v- v-ṟ- y-r-i-ē-u- c-n-i-k- v-ṇ-i-i-u-k-ṟ-t-? ----------------------------------------------------------------- Allatu uṉakku ēṟkaṉavē vēṟu yāraiyēṉum cantikka vēṇṭi'irukkiṟatā?
Ik stel voor dat we in het weekend afspreken. எனக-க-த் தோன்--கிற-ு,-ந-ம்--ார----ி-ில----்-ிக்க-ாம---று. எனக-க-த- த-ன-ற-க-றத-, ந-ம- வ-ரஇற-த-ய-ல- சந-த-க-கல-ம-ன-ற-. எ-க-க-த- த-ன-ற-க-ற-ு- ந-ம- வ-ர-ற-த-ய-ல- ச-்-ி-்-ல-ம-ன-ற-. --------------------------------------------------------- எனக்குத் தோன்றுகிறது, நாம் வாரஇறுதியில் சந்திக்கலாமென்று. 0
E-a--u----ṉṟuk---t-- --m-v-r--i-u-i--l--a-tikk--ā---ṟ-. Eṉakkut tōṉṟukiṟatu, nām vāra'iṟutiyil cantikkalāmeṉṟu. E-a-k-t t-ṉ-u-i-a-u- n-m v-r-'-ṟ-t-y-l c-n-i-k-l-m-ṉ-u- ------------------------------------------------------- Eṉakkut tōṉṟukiṟatu, nām vāra'iṟutiyil cantikkalāmeṉṟu.
Zullen we gaan picknicken? ந--்----்னி-்--ோ--ாம-? ந-ம- ப-க-ன-க- ப-கல-ம-? ந-ம- ப-க-ன-க- ப-க-ா-ா- ---------------------- நாம் பிக்னிக் போகலாமா? 0
Nā- -i-ṉ-- p-kal--ā? Nām pikṉik pōkalāmā? N-m p-k-i- p-k-l-m-? -------------------- Nām pikṉik pōkalāmā?
Zullen we naar het strand gaan? ந-ம் --ற---ை -ோக-ாமா? ந-ம- கடற-கர- ப-கல-ம-? ந-ம- க-ற-க-ை ப-க-ா-ா- --------------------- நாம் கடற்கரை போகலாமா? 0
Nā- k-ṭ--kar-i -ōka--m-? Nām kaṭaṟkarai pōkalāmā? N-m k-ṭ-ṟ-a-a- p-k-l-m-? ------------------------ Nām kaṭaṟkarai pōkalāmā?
Zullen we naar de bergen gaan? நாம்--ல-க-ுக-----ோகல--ா? ந-ம- மல-கள-க-க- ப-கல-ம-? ந-ம- ம-ை-ள-க-க- ப-க-ா-ா- ------------------------ நாம் மலைகளுக்கு போகலாமா? 0
N-- -al--ka---ku ---al-mā? Nām malaikaḷukku pōkalāmā? N-m m-l-i-a-u-k- p-k-l-m-? -------------------------- Nām malaikaḷukku pōkalāmā?
Ik kom je op kantoor ophalen. நான--உன-----ல-வ--த-----ர---த- க------்செ--க---ன-. ந-ன- உன-ன- அல-வலகத-த-ல-ர-ந-த- க-ட-ட-ச-ச-ல-க-ற-ன-. ந-ன- உ-்-ை அ-ு-ல-த-த-ல-ர-ந-த- க-ட-ட-ச-ச-ல-க-ற-ன-. ------------------------------------------------- நான் உன்னை அலுவலகத்திலிருந்து கூட்டிச்செல்கிறேன். 0
N-ṉ uṉṉ---alu----k-t----r-n-- kūṭ-iccelki-ēṉ. Nāṉ uṉṉai aluvalakattiliruntu kūṭṭiccelkiṟēṉ. N-ṉ u-ṉ-i a-u-a-a-a-t-l-r-n-u k-ṭ-i-c-l-i-ē-. --------------------------------------------- Nāṉ uṉṉai aluvalakattiliruntu kūṭṭiccelkiṟēṉ.
Ik kom je thuis ophalen. நா-் உன--ை உ-்-----டில-ர--்து-க-ட-ட-----ல-----ன-. ந-ன- உன-ன- உன- வ-ட-ட-ல-ர-ந-த- க-ட-ட-ச-ச-ல-க-ற-ன-. ந-ன- உ-்-ை உ-் வ-ட-ட-ல-ர-ந-த- க-ட-ட-ச-ச-ல-க-ற-ன-. ------------------------------------------------- நான் உன்னை உன் வீட்டிலிருந்து கூட்டிச்செல்கிறேன். 0
N-- uṉṉa- uṉ-v--ṭilir--t- ---ṭ-c-e--iṟē-. Nāṉ uṉṉai uṉ vīṭṭiliruntu kūṭṭiccelkiṟēṉ. N-ṉ u-ṉ-i u- v-ṭ-i-i-u-t- k-ṭ-i-c-l-i-ē-. ----------------------------------------- Nāṉ uṉṉai uṉ vīṭṭiliruntu kūṭṭiccelkiṟēṉ.
Ik kom je op de bushalte ophalen. ந--்--ன்ன--ப-ருந்-ு--ிலை-த----ி---்-ு-ூட-ட--்செ--க-ற---. ந-ன- உன-ன- ப-ர-ந-த- ந-ல-யத-த-ல-ர-ந-த-க-ட-ட-ச-ச-ல-க-ற-ன-. ந-ன- உ-்-ை ப-ர-ந-த- ந-ல-ய-்-ி-ி-ு-்-ு-ூ-்-ி-்-ெ-்-ி-ே-்- -------------------------------------------------------- நான் உன்னை பேருந்து நிலையத்திலிருந்துகூட்டிச்செல்கிறேன். 0
Nā- -ṉṉa- p-run-u -i-a--a-t---r----k---ic-e-kiṟ-ṉ. Nāṉ uṉṉai pēruntu nilaiyattiliruntukūṭṭiccelkiṟēṉ. N-ṉ u-ṉ-i p-r-n-u n-l-i-a-t-l-r-n-u-ū-ṭ-c-e-k-ṟ-ṉ- -------------------------------------------------- Nāṉ uṉṉai pēruntu nilaiyattiliruntukūṭṭiccelkiṟēṉ.

Tips om vreemde talen te leren

Een nieuwe taal leren is altijd moeilijk. Uitspraak, grammaticaregels en woordenschat vergen veel discipline. Maar er zijn verschillende trucs die het leren gemakkelijk maakt! In de eerste plaats is het belangrijk dat u positief gaat denken. U wordt enthousiast door de nieuwe taal en nieuwe ervaringen! Hoe u gaat beginnen, maakt in principe niet uit. Zoek een onderwerp uit dat u het meest interesseert. Het is zinvol om eerst te concentreren op het luisteren en spreken. Dan het lezen en schrijven van tekst. Verzin een systeem dat past in uw dagelijks leven. Met bijvoeglijke naamwoorden kunt u direct het tegenovergestelde leren. U kunt ook overal in uw huis posters met woordenschat ophangen. Bij sport of in de auto kunt u met audiobestanden leren. Als een bepaald onderwerp u zeer tegenvalt, kunt u er beter mee gaan stoppen. Neem een pauze of leer iets anders! Zo gaat u de lust voor een nieuwe taal niet verliezen. Kruiswoordpuzzels in de nieuw taal oplossen, is ook leuke bezigheid. Films in vreemde talen zorgen voor afwisseling. Als u kranten in vreemde talen gaat lezen, zult u veel leren over het land en zijn volk. Op het internet zijn vele oefeningen beschikbaar die uw boeken goed aanvullen. En zoek vrienden op die ook plezier hebben met taal. Leer nieuwe inhoud niet geïsoleerd maar altijd in context! Herhaal dit alles regelmatig! Zo kunnen uw hersenen het materiaal goed te onthouden. Degene die genoeg van de theorie heeft, moet de koffers pakken! Nergens leert men het meest effectief dan met moedertaalsprekers. Op uw reis kunt u een dagboek van uw ervaringen bijhouden. Het belangrijkste is: Geef nooit op!
Wist je dat?
Koreaans wordt door ongeveer 75 miljoen mensen gesproken. Zij wonen voornamelijk in Noord- en Zuid-Korea. Maar ook in China en Japan zijn er Koreaanse minderheden. Tot welke taalfamilie Koreaans behoort is taalkundig nog steeds niet duidelijk. Dat Korea verdeeld is blijkt ook uit de taal van de twee landen. Zuid-Korea gebruikt bijvoorbeeld veel Engelse woorden. Noord-Koreanen begrijpen deze woorden vaak niet. De standaardtalen van beide landen zijn gebaseerd op het desbetreffende hoofdstaddialect. Een ander kenmerk van de Koreaanse taal is zijn nauwkeurigheid. De taal laat bijvoorbeeld zien welke relatie sprekers met elkaar hebben. Er zijn ook heel veel beleefdheidsvormen en veel verschillende termen voor familieleden. Het Koreaans wordt geschreven met letters. Afzonderlijke letters worden samengevat als lettergrepen in denkbeeldige vierkantjes. Met name interessant zijn de medeklinkers die door hun vorm als afbeeldingen functioneren. Het laat zien wat de positie van de mond, tong, gehemelte en keel tijdens het spreken is.