న-ను గ-ధ--ర-------ఒ- స--- క-ం-ు-్---ు
న-న- గ-ధ-మర-గ- గల ఒక స-చ- క--ట-న-న-న-
న-న- గ-ధ-మ-ం-ు గ- ఒ- స-చ- క-ం-ు-్-ా-ు
-------------------------------------
నేను గోధుమరంగు గల ఒక సంచి కొంటున్నాను 0 Nē-- -ōd-u--ra------la--k--s-n̄-i koṇ---nānuNēnu gōdhumaraṅgu gala oka san-ci koṇṭunnānuN-n- g-d-u-a-a-g- g-l- o-a s-n-c- k-ṇ-u-n-n---------------------------------------------Nēnu gōdhumaraṅgu gala oka san̄ci koṇṭunnānu
న--ు-ఒ- క--్త-క--ు --సరం
న-క- ఒక క-త-త క-ర- అవసర-
న-క- ఒ- క-త-త క-ర- అ-స-ం
------------------------
నాకు ఒక కొత్త కారు అవసరం 0 N--u-o-a ----a--ār- ava--raṁNāku oka kotta kāru avasaraṁN-k- o-a k-t-a k-r- a-a-a-a-----------------------------Nāku oka kotta kāru avasaraṁ
న--ు వే--ంత-ై---క--ారు-అ-స-ం
న-క- వ-గవ-తమ-న ఒక క-ర- అవసర-
న-క- వ-గ-ం-మ-న ఒ- క-ర- అ-స-ం
----------------------------
నాకు వేగవంతమైన ఒక కారు అవసరం 0 N--u-vē--v---a-a------a-kā-u-ava---aṁNāku vēgavantamaina oka kāru avasaraṁN-k- v-g-v-n-a-a-n- o-a k-r- a-a-a-a--------------------------------------Nāku vēgavantamaina oka kāru avasaraṁ
నా-ు-స-క--యవంత--- ఒక-క--ు----రం
న-క- స-కర-యవ-తమ-న ఒక క-ర- అవసర-
న-క- స-క-్-వ-త-ై- ఒ- క-ర- అ-స-ం
-------------------------------
నాకు సౌకర్యవంతమైన ఒక కారు అవసరం 0 Nāk- s-uk-ry--an-ama--a -ka --r--a-a----ṁNāku saukaryavantamaina oka kāru avasaraṁN-k- s-u-a-y-v-n-a-a-n- o-a k-r- a-a-a-a------------------------------------------Nāku saukaryavantamaina oka kāru avasaraṁ
Zelfs als we maar één taal spreken, kunnen wij vele talen spreken.
Omdat geen taal een gesloten systeem is.
In elke taal zullen vele verschillende dimensies tonen.
De taal is een levende constructie.
Sprekers oriënteren zich altijd aan hun gesprekpartners.
Daarom variëren de mensen de taal die ze spreken.
Deze variëteiten verschijnen in verschillende vormen.
Elke taal heeft bijvoorbeeld een voorgeschiedenis.
Het is veranderd en het zal verder veranderen.
Dat ouderen anders spreken dan jongeren kan hieraan worden herkend.
Ook zijn er in de meeste talen verschillende dialecten.
Vele dialectsprekers kunnen echter hun omgeving aanpassen.
In bepaalde situaties spreken ze de standaardtaal.
Verschillende sociale groepen hebben andere talen.
De jeugdtaal of de taaljagers zijn hiervan voorbeelden.
Op het werk spreken de meeste mensen anders dan thuis.
Velen gebruiken op het werk ook een vaktaal.
Verschillen zijn er in de mondelinge en de geschreven taal.
De gesproken taal is meestal veel eenvoudiger dan de geschreven taal.
Dit verschil kan zeer groot zijn.
Dit is het geval wanneer geschreven talen voor lange tijd niet veranderd is.
Sprekers moeten dan eerst leren om de taal schriftelijk te gebruiken.
Vaak is de taal voor mannen en vrouwen ook verschillend.
In de westerse samenlevingen is dit verschil niet erg groot.
Maar er zijn landen waar vrouwen anders praten dan mannen.
In sommige culturen heeft de beleefdheid zijn eigen taalvormen.
Spreken is dus helemaal niet zo gemakkelijk!
We moeten daarbij aan vele verschillende dingen tegelijkertijd aandacht schenken...