Woordenlijst

Ests – Bijwoordenoefening

in
Ze springen in het water.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
altijd
Hier was altijd een meer.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
daar
Het doel is daar.
uit
Ze komt uit het water.
bijna
De tank is bijna leeg.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
iets
Ik zie iets interessants!
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
altijd
Je kunt ons altijd bellen.