Woordenlijst

Fins – Bijwoordenoefening

bijna
Het is bijna middernacht.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
in
De twee komen binnen.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
echt
Kan ik dat echt geloven?
samen
We leren samen in een kleine groep.
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.