Woordenlijst
Thai – Bijwoordenoefening
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
in
Ze springen in het water.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
bijna
Ik raakte bijna!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.