Woordenlijst

Thai – Bijwoordenoefening

lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
veel
Ik lees inderdaad veel.
bijna
Het is bijna middernacht.
iets
Ik zie iets interessants!
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
echt
Kan ik dat echt geloven?
buiten
We eten vandaag buiten.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.