Woordenlijst

Fins – Bijwoordenoefening

veel
Ik lees inderdaad veel.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
iets
Ik zie iets interessants!
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
samen
We leren samen in een kleine groep.
bijna
De tank is bijna leeg.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
gisteren
Het regende hard gisteren.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.