Woordenlijst

Zweeds – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/145489181.webp
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
cms/adverbs-webp/142768107.webp
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.