Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

vyhodit
Šlápne na vyhozenou banánovou slupku.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
čistit
Dělník čistí okno.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
spát
Dítě spí.
slapen
De baby slaapt.
opravit
Učitel opravuje eseje studentů.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
ignorovat
Dítě ignoruje slova své matky.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
odpustit
Nikdy mu to nemůže odpustit!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
šlápnout
Nemohu šlápnout na zem s touto nohou.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
kontrolovat
Zubní lékař kontroluje zuby.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
vysvětlit
Dědeček vnukovi vysvětluje svět.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
vyhnout se
Musí se vyhnout ořechům.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
trávit
Veškerý svůj volný čas tráví venku.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
podpořit
Rádi podpoříme vaši myšlenku.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.