Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
opakovat
Student opakoval rok.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
kontrolovat
Mechanik kontroluje funkce auta.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
otočit se
Musíte tady otočit auto.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
jmenovat
Kolik zemí dokážete jmenovat?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
těšit se
Děti se vždy těší na sníh.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
měnit
Automechanik mění pneumatiky.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
vydat
Nakladatel vydal mnoho knih.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
vyskočit
Ryba vyskočí z vody.
uitspringen
De vis springt uit het water.
posílit
Gymnastika posiluje svaly.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
vystěhovat se
Soused se vystěhuje.
verhuizen
De buurman verhuist.
používat
I malé děti používají tablety.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.