Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

øve
Kvinden øver yoga.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
underskrive
Han underskrev kontrakten.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
gå ud
Pigerne kan lide at gå ud sammen.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
oversætte
Han kan oversætte mellem seks sprog.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
skære
Stoffet skæres til i størrelse.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
udløse
Røgen udløste alarmen.
activeren
De rook activeerde het alarm.
gå ind
Metroen er lige gået ind på stationen.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
tilbyde
Hun tilbød at vande blomsterne.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.
blive fuld
Han bliver fuld næsten hver aften.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
protestere
Folk protesterer mod uretfærdighed.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
tale dårligt
Klassekammeraterne taler dårligt om hende.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
forberede
Hun forbereder en kage.
bereiden
Ze bereidt een taart.