Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

surpass
Whales surpass all animals in weight.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
play
The child prefers to play alone.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
run away
Some kids run away from home.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
limit
Fences limit our freedom.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
run slow
The clock is running a few minutes slow.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
guarantee
Insurance guarantees protection in case of accidents.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
repeat
Can you please repeat that?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
thank
I thank you very much for it!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
forgive
I forgive him his debts.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
deliver
He delivers pizzas to homes.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
invite
We invite you to our New Year’s Eve party.
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
complete
They have completed the difficult task.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.