Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hebreeuws

שרף
הוא שרף גפרור.
shrp
hva shrp gprvr.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
הסכים
השכנים לא הסכימו על הצבע.
hskym
hshknym la hskymv ’el htsb’e.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
הסתדר
הפעם זה לא הסתדר.
hstdr
hp’em zh la hstdr.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
מכריז
צריך להכריז את הצמיגים הישנים בנפרד.
mkryz
tsryk lhkryz at htsmygym hyshnym bnprd.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
לאסוף
אנחנו צריכים לאסוף את כל התפוחים.
lasvp
anhnv tsrykym lasvp at kl htpvhym.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
קורא
הבן קורא בכל קולו.
qvra
hbn qvra bkl qvlv.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
מרגישה
האם מרגישה המון אהבה לילד שלה.
mrgyshh
ham mrgyshh hmvn ahbh lyld shlh.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
לשיר
הילדים שרים שיר.
lshyr
hyldym shrym shyr.
zingen
De kinderen zingen een lied.
להתבלבל
קל להתבלבל ביער.
lhtblbl
ql lhtblbl by’er.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
יודע
היא יודעת הרבה ספרים כמעט על פי פה.
yvd’e
hya yvd’et hrbh sprym km’et ’el py ph.
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
מחוברים
כל המדינות בעולם מחוברות.
mhvbrym
kl hmdynvt b’evlm mhvbrvt.
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
מזמין
המורה שלי מזמין אותי לעיתים קרובות.
mzmyn
hmvrh shly mzmyn avty l’eytym qrvbvt.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.