Woordenlijst

Thai – Bijwoordenoefening

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
erg
Het kind is erg hongerig.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
al
Het huis is al verkocht.
nooit
Men moet nooit opgeven.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
in
Ze springen in het water.
te veel
Het werk wordt me te veel.
half
Het glas is half leeg.