Woordenlijst

Leer werkwoorden – Arabisch

بدأ بالجري
الرياضي على وشك أن يبدأ الجري.
bada bialjary
alriyadii ealaa washk ‘an yabda aljari.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
يفحص
الطبيب الأسنان يفحص الأسنان.
yafhas
altabib al‘asnan yafhas al‘asnani.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
تشرح
هي تشرح له كيف يعمل الجهاز.
tashrah
hi tashrah lah kayf yaemal aljahazi.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
نشكل
نحن نشكل فريقًا جيدًا معًا.
nushakil
nahn nushakil fryqan jydan mean.
vormen
We vormen samen een goed team.
يخرجن
يحب الفتيات الخروج معًا.
yakhrijn
yuhibu alfatayat alkhuruj mean.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
طلب
يطلب منها الغفران.
talab
yutlab minha alghufran.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
أكدت
هي أكدت الأخبار الجيدة لزوجها.
‘akadat
hi ‘akadat al‘akhbar aljayidat lizawjiha.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
يمر
الوقت يمر أحيانًا ببطء.
yamuru
alwaqt yamuru ahyanan bibut‘.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
يتعرفون
الكلاب الغريبة ترغب في التعرف على بعضها البعض.
yataearafun
alkilab algharibat targhab fi altaearuf ealaa baediha albaedi.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
تغطي
هي تغطي وجهها.
tughatiy
hi tughatiy wajhaha.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
يعود
هو يعود إلى المنزل بعد العمل.
yaeud
hu yaeud ‘iilaa almanzil baed aleumli.
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
كتب
هو يكتب رسالة.
katab
hu yaktub risalatan.
schrijven
Hij schrijft een brief.