Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hebreeuws

להגיב
היא הגיבה בשאלה.
lhgyb
hya hgybh bshalh.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
לספר
היא סיפרה לי סוד.
lspr
hya syprh ly svd.
vertellen
Ze vertelde me een geheim.
להתקשר
היא יכולה להתקשר רק בזמן הפסקת הצהריים שלה.
lhtqshr
hya ykvlh lhtqshr rq bzmn hpsqt htshryym shlh.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
לצפות
הילדים תמיד מצפים לשלג.
ltspvt
hyldym tmyd mtspym lshlg.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
אשרה
היא יכולה לאשר את החדשות הטובות לבעלה.
ashrh
hya ykvlh lashr at hhdshvt htvbvt lb’elh.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
מסבירה
היא מסבירה לו איך המכשיר עובד.
msbyrh
hya msbyrh lv ayk hmkshyr ’evbd.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
מוסיף
משלוח הפיצה מוסיף את הפיצה.
mvsyp
mshlvh hpytsh mvsyp at hpytsh.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
להיפגש
החברים התכנסו לארוחה משותפת.
lhypgsh
hhbrym htknsv larvhh mshvtpt.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
לאבד
המתן, איבדת את הארנק שלך!
labd
hmtn, aybdt at harnq shlk!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
להתעלם
הילד מתעלם ממילות אמו.
lht’elm
hyld mt’elm mmylvt amv.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
מוסיפה
האם מוסיפה את הבת הביתה.
mvsyph
ham mvsyph at hbt hbyth.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
לשלוח
שלחתי לך הודעה.
lshlvh
shlhty lk hvd’eh.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.