Woordenlijst

Turks – Werkwoorden oefenen

bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
haten
De twee jongens haten elkaar.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.