Taalgids

nl Getallen   »   el Αριθμοί

7 [zeven]

Getallen

Getallen

7 [επτά]

7 [eptá]

Αριθμοί

[Arithmoí]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Grieks Geluid meer
Ik tel: (Εγώ) -ετ--ω: (Εγώ) Μετράω: (-γ-) Μ-τ-ά-: ------------- (Εγώ) Μετράω: 0
(Egṓ)-M--rá-: (Egṓ) Metráō: (-g-) M-t-á-: ------------- (Egṓ) Metráō:
een, twee, drie έν-- δύο,--ρ-α ένα, δύο, τρία έ-α- δ-ο- τ-ί- -------------- ένα, δύο, τρία 0
é-a---ý-- tr-a éna, dýo, tría é-a- d-o- t-í- -------------- éna, dýo, tría
Ik tel tot drie. (Εγώ----τ--- -- το-τ-ί-. (Εγώ) Μετράω ως το τρία. (-γ-) Μ-τ-ά- ω- τ- τ-ί-. ------------------------ (Εγώ) Μετράω ως το τρία. 0
(E----M-trá--ōs--- t---. (Egṓ) Metráō ōs to tría. (-g-) M-t-á- ō- t- t-í-. ------------------------ (Egṓ) Metráō ōs to tría.
Ik tel verder: (Εγώ--Σ-ν---ζ- να-μετρ-ω: (Εγώ) Συνεχίζω να μετράω: (-γ-) Σ-ν-χ-ζ- ν- μ-τ-ά-: ------------------------- (Εγώ) Συνεχίζω να μετράω: 0
(E-ṓ--Sy-----zō-na-m--rá-: (Egṓ) Synechízō na metráō: (-g-) S-n-c-í-ō n- m-t-á-: -------------------------- (Egṓ) Synechízō na metráō:
vier, vijf, zes, τ-σ----,---ν--- --ι, τέσσερα, πέντε, έξι, τ-σ-ε-α- π-ν-ε- έ-ι- -------------------- τέσσερα, πέντε, έξι, 0
téssera, --nt-- --i, téssera, pénte, éxi, t-s-e-a- p-n-e- é-i- -------------------- téssera, pénte, éxi,
zeven, acht, negen επτά, οκτώ,-----α επτά, οκτώ, εννέα ε-τ-, ο-τ-, ε-ν-α ----------------- επτά, οκτώ, εννέα 0
e---- ---ṓ, e-n-a eptá, oktṓ, ennéa e-t-, o-t-, e-n-a ----------------- eptá, oktṓ, ennéa
Ik tel. (Εγώ--Μετ---. (Εγώ) Μετράω. (-γ-) Μ-τ-ά-. ------------- (Εγώ) Μετράω. 0
(------e--áō. (Egṓ) Metráō. (-g-) M-t-á-. ------------- (Egṓ) Metráō.
Jij telt. (Εσ-) Μετρ--. (Εσύ) Μετράς. (-σ-) Μ-τ-ά-. ------------- (Εσύ) Μετράς. 0
(--ý)-M-----. (Esý) Metrás. (-s-) M-t-á-. ------------- (Esý) Metrás.
Hij telt. (-υτό-) Με--άε-. (Αυτός) Μετράει. (-υ-ό-) Μ-τ-ά-ι- ---------------- (Αυτός) Μετράει. 0
(-u-ós)-M-tr--i. (Autós) Metráei. (-u-ó-) M-t-á-i- ---------------- (Autós) Metráei.
Een. De eerste. Έ--.-Ο-πρώ--ς. Ένα. Ο πρώτος. Έ-α- Ο π-ώ-ο-. -------------- Ένα. Ο πρώτος. 0
Éna--O----t-s. Éna. O prṓtos. É-a- O p-ṓ-o-. -------------- Éna. O prṓtos.
Twee. De tweede. Δ-ο--Ο -εύτερ-ς. Δύο. Ο δεύτερος. Δ-ο- Ο δ-ύ-ε-ο-. ---------------- Δύο. Ο δεύτερος. 0
D-o.-O-d-út-ro-. Dýo. O deúteros. D-o- O d-ú-e-o-. ---------------- Dýo. O deúteros.
Drie. De derde. Τρί---- τρ---ς. Τρία. Ο τρίτος. Τ-ί-. Ο τ-ί-ο-. --------------- Τρία. Ο τρίτος. 0
Tr----- ----os. Tría. O trítos. T-í-. O t-í-o-. --------------- Tría. O trítos.
Vier. De vierde. Τέσσ-----Ο-τ-τ-----. Τέσσερα. Ο τέταρτος. Τ-σ-ε-α- Ο τ-τ-ρ-ο-. -------------------- Τέσσερα. Ο τέταρτος. 0
Té--er---- t--art--. Téssera. O tétartos. T-s-e-a- O t-t-r-o-. -------------------- Téssera. O tétartos.
Vijf. De vijfde. Π-ντε.-- --μ---ς. Πέντε. Ο πέμπτος. Π-ν-ε- Ο π-μ-τ-ς- ----------------- Πέντε. Ο πέμπτος. 0
Pé---.----émp---. Pénte. O pémptos. P-n-e- O p-m-t-s- ----------------- Pénte. O pémptos.
Zes. De zesde. Έ--- Ο έ----. Έξι. Ο έκτος. Έ-ι- Ο έ-τ-ς- ------------- Έξι. Ο έκτος. 0
Éx-.-O ék-os. Éxi. O éktos. É-i- O é-t-s- ------------- Éxi. O éktos.
Zeven. De zevende. Ε--ά- Ο -βδομ--. Επτά. Ο έβδομος. Ε-τ-. Ο έ-δ-μ-ς- ---------------- Επτά. Ο έβδομος. 0
Ep-á.-- -----o-. Eptá. O ébdomos. E-t-. O é-d-m-s- ---------------- Eptá. O ébdomos.
Acht. De achtste. Ο-τώ- - όγ----. Οκτώ. Ο όγδοος. Ο-τ-. Ο ό-δ-ο-. --------------- Οκτώ. Ο όγδοος. 0
Ok-ṓ----ó--oo-. Oktṓ. O ógdoos. O-t-. O ó-d-o-. --------------- Oktṓ. O ógdoos.
Negen. De negende. Εννέ---Ο----το-. Εννέα. Ο ένατος. Ε-ν-α- Ο έ-α-ο-. ---------------- Εννέα. Ο ένατος. 0
E-né-.----na-o-. Ennéa. O énatos. E-n-a- O é-a-o-. ---------------- Ennéa. O énatos.

Denken en de taal

Ons denken hangt ook van onze taal af. Wanneer we denken dan "spreken" wij met onszelf. Daarmee gaat onze taal het aanzien van dingen beïnvloeden. Maar kunnen wij ook allemaal ondanks verschillende talen hetzelfde denken? Of denken wij anders omdat wij ook anders spreken? Elk volk heeft zijn eigen woordenschat. In veel talen ontbreken bepaalde woorden. Er zijn volkeren die groen en blauw niet van elkaar kunnen onderscheiden. De spreker gebruikt voor beide kleuren hetzelfde woord. En zij herkennen de kleuren slechter dan andere volken. Tinten en kleuren kunnen ze niet identificeren. De spreker heeft problemen met de kleuren te beschrijven. Andere talen hebben zeer weinig aantal woorden. Deze mensen kunnen veel slechter rekenen. Ook zijn er talen die links en rechts niet kennen. Hier praten de mensen over noord, zuid, west en oost. Zij kunnen zich heel goed geografisch oriënteren. Maar het begrip rechts en links begrijpen ze niet. Het gaat natuurlijk de taal van ons denken niet beïnvloeden. Ook de omgeving en de dagelijkse dingen geven vorm aan onze gedachten. Welke rol heeft de taal? Stelt het grenzen aan ons denken? Of hebben we alleen maar woorden voor wat we denken? Wat is de oorzaak en wat is de werking? Al deze vragen zijn nog niet verklaard. Dat gaan neurologen en taalwetenschappers doen. De kwestie gaat ons allemaal aan. Je bent wat je spreekt?!
Wist je dat?
Deens is de moedertaal van ongeveer 5 miljoen mensen. Het behoort tot de familie van de Noord-Germaanse talen. Dit betekent dat het gerelateerd is aan het Zweeds en Noors. De woordenschat van deze talen is bijna identiek. Degenen die één van deze talen spreekt kan dus ook goed overweg met die andere twee talen. Vele mensen twijfelen daarom of de Scandinavische talen verschillende talen zijn. Het kunnen ook alleen maar regionale variëteiten van één taal zijn. De Deense taal zelf is natuurlijk onderverdeeld in verschillende dialecten. Deze worden echter steeds meer vervangen door de standaardtaal. Hierdoor ontstaan met name in de stedelijke gebieden van Denemarken nieuwe dialecten. Ze worden ook wel sociolecten genoemd. Bij sociolecten onthult de uitspraak de leeftijd en sociale status van de spreker. Dit fenomeen is typisch voor de Deense taal. In andere talen is het veel minder duidelijk. Dit maakt Deens een bijzonder spannende taal...