Taalgids

nl Activiteiten   »   el Δραστηριότητες

13 [dertien]

Activiteiten

Activiteiten

13 [δεκατρία]

13 [dekatría]

Δραστηριότητες

[Drastēriótētes]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Grieks Geluid meer
Wat doet Martha? Τ---ά--ι---Μ-ρτα; Τι κάνει η Μάρτα; Τ- κ-ν-ι η Μ-ρ-α- ----------------- Τι κάνει η Μάρτα; 0
T- ---e--ē Má--a? Ti kánei ē Márta? T- k-n-i ē M-r-a- ----------------- Ti kánei ē Márta?
Zij werkt op kantoor. Δου--ύ-ι ------αφείο. Δουλεύει στο γραφείο. Δ-υ-ε-ε- σ-ο γ-α-ε-ο- --------------------- Δουλεύει στο γραφείο. 0
Do-le--i-sto--r-p-eí-. Douleúei sto grapheío. D-u-e-e- s-o g-a-h-í-. ---------------------- Douleúei sto grapheío.
Zij werkt op de computer. Δο-λεύ---σ----υ--λ-γιστ-. Δουλεύει στον υπολογιστή. Δ-υ-ε-ε- σ-ο- υ-ο-ο-ι-τ-. ------------------------- Δουλεύει στον υπολογιστή. 0
Doul-úei---on y-o-og-s--. Douleúei ston ypologistḗ. D-u-e-e- s-o- y-o-o-i-t-. ------------------------- Douleúei ston ypologistḗ.
Waar is Martha? Π-- εί--ι-η Μάρτ-; Πού είναι η Μάρτα; Π-ύ ε-ν-ι η Μ-ρ-α- ------------------ Πού είναι η Μάρτα; 0
P-ú-eínai - Már-a? Poú eínai ē Márta? P-ú e-n-i ē M-r-a- ------------------ Poú eínai ē Márta?
In de bioscoop. Στο-σι-ε--. Στο σινεμά. Σ-ο σ-ν-μ-. ----------- Στο σινεμά. 0
S-o-s---m-. Sto sinemá. S-o s-n-m-. ----------- Sto sinemá.
Zij kijkt naar een film. Β-έπ----ί- ταινί-. Βλέπει μία ταινία. Β-έ-ε- μ-α τ-ι-ί-. ------------------ Βλέπει μία ταινία. 0
Bl---i-mía -----a. Blépei mía tainía. B-é-e- m-a t-i-í-. ------------------ Blépei mía tainía.
Wat doet Peter? Τ- κάν-ι-ο-Π----; Τι κάνει ο Πέτερ; Τ- κ-ν-ι ο Π-τ-ρ- ----------------- Τι κάνει ο Πέτερ; 0
T--k--e- --Péte-? Ti kánei o Péter? T- k-n-i o P-t-r- ----------------- Ti kánei o Péter?
Hij studeert aan de universiteit. Σ---δ--ει στ--πα-ε-ισ-ήμ-ο. Σπουδάζει στο πανεπιστήμιο. Σ-ο-δ-ζ-ι σ-ο π-ν-π-σ-ή-ι-. --------------------------- Σπουδάζει στο πανεπιστήμιο. 0
Sp-u---e- s-- --ne-ist-mi-. Spoudázei sto panepistḗmio. S-o-d-z-i s-o p-n-p-s-ḗ-i-. --------------------------- Spoudázei sto panepistḗmio.
Hij studeert talen. Σπ----ζ----λ-σσ--. Σπουδάζει γλώσσες. Σ-ο-δ-ζ-ι γ-ώ-σ-ς- ------------------ Σπουδάζει γλώσσες. 0
S-oudá-e- g----e-. Spoudázei glṓsses. S-o-d-z-i g-ṓ-s-s- ------------------ Spoudázei glṓsses.
Waar is Peter? Πού --ν-ι --Πέτε-; Πού είναι ο Πέτερ; Π-ύ ε-ν-ι ο Π-τ-ρ- ------------------ Πού είναι ο Πέτερ; 0
P-ú e--------ét--? Poú eínai o Péter? P-ú e-n-i o P-t-r- ------------------ Poú eínai o Péter?
In het café. Στ-ν---φετ--ια. Στην καφετέρια. Σ-η- κ-φ-τ-ρ-α- --------------- Στην καφετέρια. 0
St-n-k-ph--é---. Stēn kaphetéria. S-ē- k-p-e-é-i-. ---------------- Stēn kaphetéria.
Hij drinkt koffie. Π--ε- ----. Πίνει καφέ. Π-ν-ι κ-φ-. ----------- Πίνει καφέ. 0
P--e---a--é. Pínei kaphé. P-n-i k-p-é- ------------ Pínei kaphé.
Waar gaan ze graag heen? Π---το---αρέ--ι να--ηγ-ί----; Πού τους αρέσει να πηγαίνουν; Π-ύ τ-υ- α-έ-ε- ν- π-γ-ί-ο-ν- ----------------------------- Πού τους αρέσει να πηγαίνουν; 0
P-- -ous ---s------pēg-íno--? Poú tous arései na pēgaínoun? P-ú t-u- a-é-e- n- p-g-í-o-n- ----------------------------- Poú tous arései na pēgaínoun?
Naar een concert. Σε-σ-ν-υ--ε-. Σε συναυλίες. Σ- σ-ν-υ-ί-ς- ------------- Σε συναυλίες. 0
S- -y--u--es. Se synaulíes. S- s-n-u-í-s- ------------- Se synaulíes.
Zij luisteren graag naar muziek. Τ--ς--ρ-σ-- να-ακ-ύν μου-ι-ή. Τους αρέσει να ακούν μουσική. Τ-υ- α-έ-ε- ν- α-ο-ν μ-υ-ι-ή- ----------------------------- Τους αρέσει να ακούν μουσική. 0
T-us arései na-a--ún -ou--kḗ. Tous arései na akoún mousikḗ. T-u- a-é-e- n- a-o-n m-u-i-ḗ- ----------------------------- Tous arései na akoún mousikḗ.
Waar gaan zij niet graag heen? Πο---εν ---------ει-να -ηγ--ν--ν; Πού δεν τους αρέσει να πηγαίνουν; Π-ύ δ-ν τ-υ- α-έ-ε- ν- π-γ-ί-ο-ν- --------------------------------- Πού δεν τους αρέσει να πηγαίνουν; 0
Poú d-n to-----é----n- ----í-oun? Poú den tous arései na pēgaínoun? P-ú d-n t-u- a-é-e- n- p-g-í-o-n- --------------------------------- Poú den tous arései na pēgaínoun?
Naar de disco. Σ---ν-ίσ--. Στη ντίσκο. Σ-η ν-ί-κ-. ----------- Στη ντίσκο. 0
S----t--ko. Stē ntísko. S-ē n-í-k-. ----------- Stē ntísko.
Zij dansen niet graag. Δ------ς αρέσ---ο-χ--ό-. Δεν τους αρέσει ο χορός. Δ-ν τ-υ- α-έ-ε- ο χ-ρ-ς- ------------------------ Δεν τους αρέσει ο χορός. 0
Den tous-ar-----o-ch-r-s. Den tous arései o chorós. D-n t-u- a-é-e- o c-o-ó-. ------------------------- Den tous arései o chorós.

Creoolse talen

Wist u dat er Duits in de Stille Zuidzee wordt gesproken? Dat is echt waar! In delen van Papoea-Nieuw-Guinea en Australië spreekt men Unserdeutsch . Dat is een Creoolse taal. Creoolse talen onstaan in taalcontact situaties. Dus als meerdere talen bij elkaar komen. Veel Creolse talen zijn ondertussen bijna uitgestorven. Wereldwijd spreken nog maar15 miljoen mensen de Creoolse taal. Creoolse talen zijn altijd moedertalen. Bij de Pidgin talen is dat verschillend. Pidgin talen zijn zeer gereduceerde taalvormen Ze dienen alleen als het eenvoudig begrip. De meeste Creoolse talen zijn in de koloniale periode ontstaan. Daarom zijn creoolse talen vaak op Europese talen gebaseerd. De beperkte woordenschat is een kenmerk van de creoolse talen. Ook hebben creoolse talen hun eigen geluidssysteem. De grammatica van Creoolse talen is sterk vereenvoudigd. Complexe regels worden door de sprekers eenvoudig genegeerd. Elke Creoolse taal is een belangrijk onderdeel voor de nationale identiteit. Daarom zijn er ook vele Creoolstalige literaturen. Voor taalkundigen zijn creoolse talen bijzonder interessant. Het laat zien hoe de talen ontstaan en weer uitsterven. Creoolse talen zullen de ontwikkeling van de taal voortzetten. Ook toont het aan dat de taal kan worden verandert en aan te passen. De discipline die de Creoolse talen onderzoekt noemt men de creolistiek. Eén van de beroemdste Creoolse zinnen komt uit Jamaica. Bob Marley heeft het wereldberoemd gemaakt - Kent u hem? Het is No woman, no cry! (= No, woman, don't cry!)
Wist je dat?
Fins is de moedertaal van ongeveer 5 miljoen mensen. Het behoort tot de Fins-Oegrische talen. Met het Estisch het is nauw verwant, met het Hongaars veel minder. Als Oeraalse taal verschilt het van de Indo-Europese talen. Een voorbeeld hiervan is de agglutinerende taalstructuur. Dat wil zeggen dat de grammaticale functies door bijgevoegde lettergrepen worden uitgedrukt. Dit resulteert in lange woorden die zo typisch zijn voor het Fins. Een ander kenmerk van de Finse taal zijn de vele klinkers. De Finse grammatica maakt onderscheid tussen 15 verschillende gevallen. Bij de nadruk is het van belang dat lange en korte tonen duidelijk van elkaar zijn gescheiden. Het geschreven en gesproken Fins verschillen aanzienlijk van elkaar. In andere Europese talen is dit fenomeen minder duidelijk. Dit alles maakt het Fins niet altijd gemakkelijk... Alle regels worden consequent nageleefd. En het mooiste van het Fins is dat het volkomen logisch is!