Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

prilagoditi
Tkanina je prilagojena po meri.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
dotakniti se
Nežno se je dotaknil nje.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
krepiti
Gimnastika krepi mišice.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
odpreti
Festival so odprli s ognjemetom.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
urediti
Moja hčerka želi urediti svoje stanovanje.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
zbežati
Vsi so zbežali pred ognjem.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
vstopiti
Ladja vstopa v pristanišče.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
nahajati se
V školjki se nahaja biser.
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.
zbežati
Naša mačka je zbežala.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
študirati
Na moji univerzi študira veliko žensk.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
ponuditi
Kaj mi ponujaš za mojo ribo?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
zapraviti
Energije se ne bi smelo zapraviti.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.