Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

elveni
Kio elvenas el la ovo?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
ekspozicii
Moderna arto estas ekspoziciata ĉi tie.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
sekvi
La kokinoj ĉiam sekvas sian patrinon.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
konservi
Mi konservas mian monon en mia noktotablo.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
nutri
La infanoj nutras la ĉevalon.
voeden
De kinderen voeden het paard.
kontroli
Li kontrolas kiu loĝas tie.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
paroli
La politikisto parolas antaŭ multaj studentoj.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
kontroli
La dentisto kontrolas la dentojn.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
ŝanĝi
La aŭtomekaniko ŝanĝas la pneŭojn.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
bezoni
Vi bezonas levilon por ŝanĝi pneŭon.
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
aldoni
Ŝi aldonas iom da lakto al la kafo.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
forigi
Ĉi tiuj malnovaj gumaĵoj devas esti aparte forigitaj.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.