Sprachführer

de Nebensätze mit dass 2   »   nl Bijzinnen met dat 2

92 [zweiundneunzig]

Nebensätze mit dass 2

Nebensätze mit dass 2

92 [tweeënnegentig]

Bijzinnen met dat 2

Wählen Sie aus, wie Sie die Übersetzung sehen möchten:   
Deutsch Niederländisch Hören Mehr
Es ärgert mich, dass du schnarchst. Het ---e-- me -a---- sn-rkt. Het ergert me dat je snurkt. H-t e-g-r- m- d-t j- s-u-k-. ---------------------------- Het ergert me dat je snurkt. 0
Es ärgert mich, dass du so viel Bier trinkst. H-- --g-rt me d-- -- -oveel b-er ---n--. Het ergert me dat je zoveel bier drinkt. H-t e-g-r- m- d-t j- z-v-e- b-e- d-i-k-. ---------------------------------------- Het ergert me dat je zoveel bier drinkt. 0
Es ärgert mich, dass du so spät kommst. H-- -r------- d-- j- zo --a--ko-t. Het ergert me dat je zo laat komt. H-t e-g-r- m- d-t j- z- l-a- k-m-. ---------------------------------- Het ergert me dat je zo laat komt. 0
Ich glaube, dass er einen Arzt braucht. Ik--en--d-t h-- -e----------i-----f-. Ik denk dat hij een arts nodig heeft. I- d-n- d-t h-j e-n a-t- n-d-g h-e-t- ------------------------------------- Ik denk dat hij een arts nodig heeft. 0
Ich glaube, dass er krank ist. Ik denk --t ----zi-k--s. Ik denk dat hij ziek is. I- d-n- d-t h-j z-e- i-. ------------------------ Ik denk dat hij ziek is. 0
Ich glaube, dass er jetzt schläft. Ik -enk-da- ----nu-slaa--. Ik denk dat hij nu slaapt. I- d-n- d-t h-j n- s-a-p-. -------------------------- Ik denk dat hij nu slaapt. 0
Wir hoffen, dass er unsere Tochter heiratet. W-- -o--- --- -ij --- ---- --ch-er t-o-w-. Wij hopen dat hij met onze dochter trouwt. W-j h-p-n d-t h-j m-t o-z- d-c-t-r t-o-w-. ------------------------------------------ Wij hopen dat hij met onze dochter trouwt. 0
Wir hoffen, dass er viel Geld hat. W-j--o-en---t-h-j v--l-ge-- -e-ft. Wij hopen dat hij veel geld heeft. W-j h-p-n d-t h-j v-e- g-l- h-e-t- ---------------------------------- Wij hopen dat hij veel geld heeft. 0
Wir hoffen, dass er Millionär ist. Wi- --p-n --t ----m-lj-n-i- --. Wij hopen dat hij miljonair is. W-j h-p-n d-t h-j m-l-o-a-r i-. ------------------------------- Wij hopen dat hij miljonair is. 0
Ich habe gehört, dass deine Frau einen Unfall hatte. I--he- ge--ord d-- j- v---w -e- -n--luk---e-t---ha-. Ik heb gehoord dat je vrouw een ongeluk heeft gehad. I- h-b g-h-o-d d-t j- v-o-w e-n o-g-l-k h-e-t g-h-d- ---------------------------------------------------- Ik heb gehoord dat je vrouw een ongeluk heeft gehad. 0
Ich habe gehört, dass sie im Krankenhaus liegt. Ik -eb ge--or- da---- i--het-z---e-h--s-l-gt. Ik heb gehoord dat ze in het ziekenhuis ligt. I- h-b g-h-o-d d-t z- i- h-t z-e-e-h-i- l-g-. --------------------------------------------- Ik heb gehoord dat ze in het ziekenhuis ligt. 0
Ich habe gehört, dass dein Auto total kaputt ist. I--he- g----r---a---- ---o -e-----l--tu--is. Ik heb gehoord dat je auto helemaal stuk is. I- h-b g-h-o-d d-t j- a-t- h-l-m-a- s-u- i-. -------------------------------------------- Ik heb gehoord dat je auto helemaal stuk is. 0
Es freut mich, dass Sie gekommen sind. Ik v-----et-fi---d-t-u g-ko--n ----. Ik vind het fijn dat u gekomen bent. I- v-n- h-t f-j- d-t u g-k-m-n b-n-. ------------------------------------ Ik vind het fijn dat u gekomen bent. 0
Es freut mich, dass Sie Interesse haben. Ik -e- b-i- --t-- -e---g-t-lling-----t. Ik ben blij dat u belangstelling heeft. I- b-n b-i- d-t u b-l-n-s-e-l-n- h-e-t- --------------------------------------- Ik ben blij dat u belangstelling heeft. 0
Es freut mich, dass Sie das Haus kaufen wollen. Ik -en-bl-j-d---u -et-huis--ilt-ko-e-. Ik ben blij dat u het huis wilt kopen. I- b-n b-i- d-t u h-t h-i- w-l- k-p-n- -------------------------------------- Ik ben blij dat u het huis wilt kopen. 0
Ich fürchte, dass der letzte Bus schon weg ist. Ik ---------dat-de--aa-ste-bus al w---is. Ik ben bang dat de laatste bus al weg is. I- b-n b-n- d-t d- l-a-s-e b-s a- w-g i-. ----------------------------------------- Ik ben bang dat de laatste bus al weg is. 0
Ich fürchte, dass wir ein Taxi nehmen müssen. Ik-b-n b--- -a- w------taxi m-e----ne--n. Ik ben bang dat we een taxi moeten nemen. I- b-n b-n- d-t w- e-n t-x- m-e-e- n-m-n- ----------------------------------------- Ik ben bang dat we een taxi moeten nemen. 0
Ich fürchte, dass ich kein Geld bei mir habe. Ik-b---b-ng-d-t ik ge-n--eld -i-----heb. Ik ben bang dat ik geen geld bij me heb. I- b-n b-n- d-t i- g-e- g-l- b-j m- h-b- ---------------------------------------- Ik ben bang dat ik geen geld bij me heb. 0

Von der Geste zur Sprache

Wenn wir sprechen oder hören, hat unser Gehirn viel zu tun. Es muss die sprachlichen Signale verarbeiten. Auch Gesten und Symbole sind sprachliche Signale. Sie existierten schon vor der menschlichen Sprache. Manche Zeichen werden in allen Kulturen verstanden. Andere Zeichen müssen gelernt werden. Sie sind nicht von sich aus verständlich. Gesten und Symbole werden wie Sprache verarbeitet. Und sie werden in derselben Hirnregion verarbeitet! Das hat eine neue Studie bewiesen. Forscher haben mehrere Probanden getestet. Diese Versuchspersonen mussten sich verschiedene Videoclips ansehen. Während sie die Clips sahen, wurde ihre Hirnaktivität gemessen. In einem Teil der Clips wurden verschiedene Dinge ausgedrückt. Das geschah mit Bewegungen, Symbolen und Sprache. Die andere Versuchsgruppe sah sich andere Videoclips an. Diese Videos waren Nonsens-Clips. Sprache, Gesten und Symbole existierten nicht. Sie hatten keine Bedeutung. Durch die Messung sahen die Forscher, was wo verarbeitet wurde. Sie konnten die Hirnaktivität der Probanden miteinander vergleichen. Alles, was eine Bedeutung hatte, wurde in derselben Region analysiert. Das Ergebnis dieses Experiments ist sehr interessant. Es zeigt, wie unser Gehirn Sprache neu gelernt hat. Zuerst kommunizierte der Mensch mit Gesten. Später entwickelte er eine Sprache. Das Gehirn musste also lernen, Sprache wie Gesten zu verarbeiten. Und offenbar hat es dazu die alte Version einfach aktualisiert…