Sprachführer

de Doppelte Konjunktionen   »   nl Dubbele voegwoorden

98 [achtundneunzig]

Doppelte Konjunktionen

Doppelte Konjunktionen

98 [achtennegentig]

Dubbele voegwoorden

Wählen Sie aus, wie Sie die Übersetzung sehen möchten:   
Deutsch Niederländisch Hören Mehr
Die Reise war zwar schön, aber zu anstrengend. D- -ei- was--e- mo-i--ma-r t--ve-mo-i-nd. De reis was wel mooi, maar te vermoeiend. D- r-i- w-s w-l m-o-, m-a- t- v-r-o-i-n-. ----------------------------------------- De reis was wel mooi, maar te vermoeiend. 0
Der Zug war zwar pünktlich, aber zu voll. D------n -as-w-- -- ti--,-maar -e v--. De trein was wel op tijd, maar te vol. D- t-e-n w-s w-l o- t-j-, m-a- t- v-l- -------------------------------------- De trein was wel op tijd, maar te vol. 0
Das Hotel war zwar gemütlich, aber zu teuer. H-t ---el-w-- w-l-g-z-ll-----a-r -e -uur. Het hotel was wel gezellig, maar te duur. H-t h-t-l w-s w-l g-z-l-i-, m-a- t- d-u-. ----------------------------------------- Het hotel was wel gezellig, maar te duur. 0
Er nimmt entweder den Bus oder den Zug. Hij-n---t --we- d----- -f -e-t-ei-. Hij neemt ofwel de bus of de trein. H-j n-e-t o-w-l d- b-s o- d- t-e-n- ----------------------------------- Hij neemt ofwel de bus of de trein. 0
Er kommt entweder heute Abend oder morgen früh. Hi- -o-t o-w-l va-avon- -f mor--nvr--g. Hij komt ofwel vanavond of morgenvroeg. H-j k-m- o-w-l v-n-v-n- o- m-r-e-v-o-g- --------------------------------------- Hij komt ofwel vanavond of morgenvroeg. 0
Er wohnt entweder bei uns oder im Hotel. H-- -oge--t-ofwe- -i- ------ i- -e---o-el. Hij logeert ofwel bij ons of in het hotel. H-j l-g-e-t o-w-l b-j o-s o- i- h-t h-t-l- ------------------------------------------ Hij logeert ofwel bij ons of in het hotel. 0
Sie spricht sowohl Spanisch als auch Englisch. Z-- -pr-ekt --w---S-aa-s -ls --g--s. Zij spreekt zowel Spaans als Engels. Z-j s-r-e-t z-w-l S-a-n- a-s E-g-l-. ------------------------------------ Zij spreekt zowel Spaans als Engels. 0
Sie hat sowohl in Madrid als auch in London gelebt. Zi---e--- -ow-- in-M-drid al- in Lo-----gewoo--. Zij heeft zowel in Madrid als in Londen gewoond. Z-j h-e-t z-w-l i- M-d-i- a-s i- L-n-e- g-w-o-d- ------------------------------------------------ Zij heeft zowel in Madrid als in Londen gewoond. 0
Sie kennt sowohl Spanien als auch England. Zi--ke---zo-el -pan------ En-e-a-d. Zij kent zowel Spanje als Engeland. Z-j k-n- z-w-l S-a-j- a-s E-g-l-n-. ----------------------------------- Zij kent zowel Spanje als Engeland. 0
Er ist nicht nur dumm, sondern auch faul. Hi-----n-et-a-l-en d--,--aa- o-k----. Hij is niet alleen dom, maar ook lui. H-j i- n-e- a-l-e- d-m- m-a- o-k l-i- ------------------------------------- Hij is niet alleen dom, maar ook lui. 0
Sie ist nicht nur hübsch, sondern auch intelligent. Zij is--iet --l-en--n--, ma-r----------li-e--. Zij is niet alleen knap, maar ook intelligent. Z-j i- n-e- a-l-e- k-a-, m-a- o-k i-t-l-i-e-t- ---------------------------------------------- Zij is niet alleen knap, maar ook intelligent. 0
Sie spricht nicht nur Deutsch, sondern auch Französisch. Zi---pr--k--ni-t al-e-- D--ts--maa------Fr--s. Zij spreekt niet alleen Duits, maar ook Frans. Z-j s-r-e-t n-e- a-l-e- D-i-s- m-a- o-k F-a-s- ---------------------------------------------- Zij spreekt niet alleen Duits, maar ook Frans. 0
Ich kann weder Klavier noch Gitarre spielen. Ik k-n -ia-- --c-----aa- s-e-e-. Ik kan piano noch gitaar spelen. I- k-n p-a-o n-c- g-t-a- s-e-e-. -------------------------------- Ik kan piano noch gitaar spelen. 0
Ich kann weder Walzer noch Samba tanzen. I----- -a-se----c--s---- d-----. Ik kan walsen noch samba dansen. I- k-n w-l-e- n-c- s-m-a d-n-e-. -------------------------------- Ik kan walsen noch samba dansen. 0
Ich mag weder Oper noch Ballett. Ik--ou- --n--p--- noch--an-ball-t. Ik houd van opera noch van ballet. I- h-u- v-n o-e-a n-c- v-n b-l-e-. ---------------------------------- Ik houd van opera noch van ballet. 0
Je schneller du arbeitest, desto früher bist du fertig. H-e s-el-e- ---w--k-, h-e v--e-e--j---laar --n-. Hoe sneller je werkt, hoe vroeger je klaar bent. H-e s-e-l-r j- w-r-t- h-e v-o-g-r j- k-a-r b-n-. ------------------------------------------------ Hoe sneller je werkt, hoe vroeger je klaar bent. 0
Je früher du kommst, desto früher kannst du gehen. Ho----r-er -e-k-mt, h------de- -e-k-nt g-an. Hoe eerder je komt, hoe eerder je kunt gaan. H-e e-r-e- j- k-m-, h-e e-r-e- j- k-n- g-a-. -------------------------------------------- Hoe eerder je komt, hoe eerder je kunt gaan. 0
Je älter man wird, desto bequemer wird man. H-- ou-e- je wo---,-ho- in-ch---e-ij--r-je -----. Hoe ouder je wordt, hoe inschikkelijker je wordt. H-e o-d-r j- w-r-t- h-e i-s-h-k-e-i-k-r j- w-r-t- ------------------------------------------------- Hoe ouder je wordt, hoe inschikkelijker je wordt. 0

Sprachen lernen mit dem Internet

Immer mehr Menschen lernen Fremdsprachen. Und immer mehr Menschen nutzen dazu das Internet! Das Online-Lernen unterscheidet sich vom klassischen Sprachunterricht. Und es hat viele Vorteile! Die User entscheiden selbst, wann sie lernen wollen. Auch können sie sich aussuchen, was sie lernen wollen. Und sie bestimmen, wie viel sie pro Tag lernen wollen. Beim Online-Lernen sollen die User auf intuitive Weise lernen. Das heißt, sie sollen die neue Sprache ganz natürlich lernen. So, wie sie als Kinder oder im Urlaub Sprachen gelernt haben. Dazu lernen die User mit simulierten Situationen. Sie erleben verschiedene Dinge an verschiedenen Orten. Dabei müssen sie selbst aktiv werden. Bei manchen Programmen braucht man Kopfhörer und ein Mikrofon. Damit kann man dann mit Muttersprachlern sprechen. Es ist auch möglich, seine Aussprache analysieren zu lassen. So kann man sich immer weiter verbessern. In Communities kann man sich mit anderen Usern austauschen. Auch bietet das Internet die Möglichkeit, mobil zu lernen. Mit digitalen Techniken kann man die Sprache überallhin mitnehmen. Online-Unterricht ist nicht schlechter als konventioneller Unterricht. Wenn die Programme gut gemacht sind, können sie sehr effizient sein. Wichtig ist aber, dass der Online-Unterricht nicht zu bunt ist. Zu viele Animationen können vom Lernstoff ablenken. Das Gehirn muss jeden einzelnen Impuls verarbeiten. Dadurch kann das Gedächtnis schnell überfordert sein. Manchmal ist es deshalb besser, in Ruhe mit einem Buch zu lernen. Wer neue Methoden mit alten mischt, macht sicher bald Fortschritte…