Sprachführer

de Imperativ 1   »   nl Imperatief 1

89 [neunundachtzig]

Imperativ 1

Imperativ 1

89 [negenentachtig]

Imperatief 1

Wählen Sie aus, wie Sie die Übersetzung sehen möchten:   
Deutsch Niederländisch Hören Mehr
Du bist so faul – sei doch nicht so faul! J- --nt -- -ui –-w-es ---h--iet-zo-lui! Je bent zo lui – wees toch niet zo lui! J- b-n- z- l-i – w-e- t-c- n-e- z- l-i- --------------------------------------- Je bent zo lui – wees toch niet zo lui! 0
Du schläfst so lang – schlaf doch nicht so lang! Je--laap- -- -a-- – s--a--toc- n--t-z- la--! Je slaapt zo lang – slaap toch niet zo lang! J- s-a-p- z- l-n- – s-a-p t-c- n-e- z- l-n-! -------------------------------------------- Je slaapt zo lang – slaap toch niet zo lang! 0
Du kommst so spät – komm doch nicht so spät! Je kom--z- la-t-– -o--toch n-et zo l--t! Je komt zo laat – kom toch niet zo laat! J- k-m- z- l-a- – k-m t-c- n-e- z- l-a-! ---------------------------------------- Je komt zo laat – kom toch niet zo laat! 0
Du lachst so laut – lach doch nicht so laut! Je la--- zo -a-d ----c- -och -i---z- ha-d! Je lacht zo hard – lach toch niet zo hard! J- l-c-t z- h-r- – l-c- t-c- n-e- z- h-r-! ------------------------------------------ Je lacht zo hard – lach toch niet zo hard! 0
Du sprichst so leise – sprich doch nicht so leise! Je -pr-ek--z--za-ht-– --r-e- --c---ie---- za-h-! Je spreekt zo zacht – spreek toch niet zo zacht! J- s-r-e-t z- z-c-t – s-r-e- t-c- n-e- z- z-c-t- ------------------------------------------------ Je spreekt zo zacht – spreek toch niet zo zacht! 0
Du trinkst zu viel – trink doch nicht so viel! J- d-in-t -- ve-- –--ri-k--o-- -i-t -- v---! Je drinkt te veel – drink toch niet zo veel! J- d-i-k- t- v-e- – d-i-k t-c- n-e- z- v-e-! -------------------------------------------- Je drinkt te veel – drink toch niet zo veel! 0
Du rauchst zu viel – rauch doch nicht so viel! Je ---k- -----e- – r-o- t-c---ie---- -ee-! Je rookt te veel – rook toch niet zo veel! J- r-o-t t- v-e- – r-o- t-c- n-e- z- v-e-! ------------------------------------------ Je rookt te veel – rook toch niet zo veel! 0
Du arbeitest zu viel – arbeite doch nicht so viel! J---erk--t----e- --wer- t----n--t-zo----l! Je werkt te veel – werk toch niet zo veel! J- w-r-t t- v-e- – w-r- t-c- n-e- z- v-e-! ------------------------------------------ Je werkt te veel – werk toch niet zo veel! 0
Du fährst so schnell – fahr doch nicht so schnell! J- -i-d--zo--n-l ----j -och -iet--- --e-! Je rijdt zo snel – rij toch niet zo snel! J- r-j-t z- s-e- – r-j t-c- n-e- z- s-e-! ----------------------------------------- Je rijdt zo snel – rij toch niet zo snel! 0
Stehen Sie auf, Herr Müller! Sta-t-----, me-ee--Müller! Staat u op, meneer Müller! S-a-t u o-, m-n-e- M-l-e-! -------------------------- Staat u op, meneer Müller! 0
Setzen Sie sich, Herr Müller! G--- u zit---- -e-e-r--üll-r! Gaat u zitten, meneer Müller! G-a- u z-t-e-, m-n-e- M-l-e-! ----------------------------- Gaat u zitten, meneer Müller! 0
Bleiben Sie sitzen, Herr Müller! Bl-j---u-z-t---,------- ----er! Blijft u zitten, meneer Müller! B-i-f- u z-t-e-, m-n-e- M-l-e-! ------------------------------- Blijft u zitten, meneer Müller! 0
Haben Sie Geduld! H---t --ge----! Heeft u geduld! H-e-t u g-d-l-! --------------- Heeft u geduld! 0
Nehmen Sie sich Zeit! N-e-t u--e-----! Neemt u de tijd! N-e-t u d- t-j-! ---------------- Neemt u de tijd! 0
Warten Sie einen Moment! W-cht e-n m--ent! Wacht een moment! W-c-t e-n m-m-n-! ----------------- Wacht een moment! 0
Seien Sie vorsichtig! W-es -oo-z-cht-g! Wees voorzichtig! W-e- v-o-z-c-t-g- ----------------- Wees voorzichtig! 0
Seien Sie pünktlich! Wees op-ti--! Wees op tijd! W-e- o- t-j-! ------------- Wees op tijd! 0
Seien Sie nicht dumm! D-- n--t-z- ----! Doe niet zo stom! D-e n-e- z- s-o-! ----------------- Doe niet zo stom! 0

Die chinesische Sprache

Chinesisch ist die Sprache mit den meisten Sprechern weltweit. Eine einzige chinesische Sprache gibt es aber nicht. Es existieren mehrere chinesische Sprachen. Sie alle gehören zur Familie der sinotibetischen Sprachen. Insgesamt sprechen etwa 1,3 Milliarden Menschen Chinesisch. Die Mehrheit davon lebt in der Volksrepublik China und in Taiwan. Es gibt auch viele Länder mit chinesischsprachigen Minderheiten. Die größte chinesische Sprache ist das Hochchinesische. Diese standardisierte Hochsprache wird auch Mandarin genannt. Mandarin ist die offizielle Sprache der Volksrepublik China. Andere chinesische Sprachen werden oft nur als Dialekte bezeichnet. Auch in Taiwan und Singapur wird Mandarin gesprochen. Mandarin ist die Muttersprache von 850 Millionen Menschen. Es wird aber von fast allen chinesischsprachigen Menschen verstanden. Sprecher verschiedener Dialekte nutzen es deshalb zur Verständigung. Alle Chinesen haben eine gemeinsame Schrift. Die chinesische Schrift ist 4000 bis 5000 Jahre alt. Damit hat das Chinesische die längste literarische Tradition. Auch andere Kulturen Asiens haben die chinesische Schrift übernommen. Chinesische Schriftzeichen sind schwieriger als alphabetische Systeme. Das gesprochene Chinesisch ist aber nicht so kompliziert. Die Grammatik ist relativ schnell erlernbar. Deshalb können Lernende bald gute Fortschritte machen. Und immer mehr Menschen wollen Chinesisch lernen! Als Fremdsprache gewinnt es zunehmend an Bedeutung. Überall werden inzwischen Chinesisch-Kurse angeboten. Trauen auch Sie sich! Chinesisch wird die Sprache der Zukunft sein…